Ze is 15 dagen oud als ik bij haar thuis langskom. Haar ouders waren wat onzeker over de voedingsintake en wilden graag nog wat meer weten van de Dunstan Babytaal. De ouderlijke onzekerheid is ten onrechte, want ze doet het echt ontzettend goed. Ze krijgt ontzettend veel liefde, geborgenheid en ritme aangeboden en groeit daar ook heel goed op ?.

Er komt een lijstje met vragen tevoorschijn. Buikspelen? Staat erop. Ik herhaal het woord en waarschijnlijk is het ongeloof van mij gezicht af te lezen. Ze kijkt heel veel naar rechts en om een voorkeurshouding te voorkomen moet ze dan op haar buikspelen is ouders vertelt. Er is een folder achtergelaten. Drie keer per dag 30 minuten op de buik, schrijft deze voor.

Heel voorzichtig breng ik uit “…en dat lukt haar nog niet en nu hebben jullie je twijfels?”. Dat hebben ze inderdaad. Ik stel ze meteen gerust. “Ze zou echt de allereerste baby van twee weken oud zijn, die het hoofdje voor dertig minuten omhoog kan houden”. Het is maar goed dat ze het niet kan, want dan stond hier de wereldpers, breng ik uit, terwijl ik een lach probeer te onderdrukken.

We bespreken dat ze -voor de komende twee weken- met hun dochter op hun borst op de bank gaan platliggen. Deels omdat deze ouders rust moeten nemen en platliggen op de bank ook voor hun een rustmomentje is. Maar als hun dochter dan besluit haar koppie op te tillen van hun borst, dat ze haar dan overvloeien met complimenten, want dat is echt al heel goed en het enige wat ze voor nu kan doen. Verder lekker met haar lievelingswangetje op de huid van vader en moeder. Ik leg de ouders uit, dat veel moeders niet symmetrische bekken hebben en dat dat (soms in combinatie met een zware bevalling) er ook voor kan zorgen dat de schedel niet symmetrisch rond is na geboorte. De schedel heeft even wat tijd en groei nodig om te weten voordat je zeker weet dat de baby een echte voorkeurshouding heeft ontwikkelt. We spreken namelijk pas van een voorkeurshouding als het kind ¾ kwart van de wakkere tijd naar de voorkeurszijde kijkt. Ik eindig mijn verhaal met een belofte; “Als ze wel een voorkeurshouding ontwikkelt”, zeg ik “dan kom ik gratis terug voor een praktisch lesje aan huis”.

Thuisgekomen vind ik tussen de mails een Amerikaanse nieuwsbrief voor ouders. “How to do tummytime?” staat er groot boven. Twee tips. De eerste is als de baby een maand oud is. Neem het tegen je borst als je rechtop staat en laat haar zelf voelen hoe ze haar hoofd rechtop kan houden, waarbij je met je hand lichte steun geeft. De andere tips is voor als de baby 2 -3 maanden oud is. Hoe je de baby dan op de buik kan leggen en met je hand onder de borst wat steun omhoog kan geven.

Prachtige adviezen waar duidelijk ook “de groei” in zit. Net als dat een baby ook moet groeien in zijn spierkracht. Want we moeten niet vergeten waar het “spierkrachtstartpunt” ligt van een pasgeboren baby.
Als je mij -met een sonde in voor wat voeding- in zo een grote zwarte rubberen band, negen maanden laat ronddobberen in de oceaan, blijft er ook maar weinig van mijn spierkracht over. Goed, de baarmoeder bevat lekker warm water en misschien is het ruimtegebrek dat de baby daar heeft, niet te vergelijken met stil zitten in een rubberen band. Maar je kan je wel voorstellen, dat als je negen maanden niet wandelt, geen trappenloopt en niet meer fiets, dat ze niet van je moeten verwachten dat je na aankomst op het vaste land een triatlon kan doen.

Dertig minuten op de buik liggen in de eerste maand na geboorte is een triatlon verwachten van een baby, dat kan hij of zij echt niet. En soms weet je niet wat je niet weet. Dus een oproep aan alle andere zorgwerkers in Nederland. Als we ons nou allemaal houden aan de multidisciplinaire richtlijn*, dan krijgen ouders passende adviezen. “drie keer per dag een minuut op de buik in de (loop van de) eerste weken”

*Multidisciplinaire richtlijn schedelvorming en voorkeurshouding

Buikspelen of tummytime? Als het maar passende adviezen zijn.